De CRvB oordeelt in deze zaak over de weigering van een aanvraag om een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen (CRVB:2013:2459). Uit deze uitspraak blijkt dat het collectief vervoer in de omstandigheden van het individuele geval geschikt is voor de gerichte bestemmingen op de korte afstand. Geïnteresseerde lezers wijs ik op mijn blog over de uitspraak waarin de Raad oordeelt dat het collectief vervoer een overwegend bezwaar is.
Samenvatting
Belanghebbende is bekend met COPD en de ziekte van Hus. Daardoor ondervindt zij beperkingen in onder meer de sta- en loopfunctie en bij gevolg problemen bij het zich verplaatsen buitenshuis.
Het college weigert de aanvraag om een gesloten buitenwagen en besluit dat belanghebbende wel in aanmerking komt voor Aanvullend Openbaar Vervoer, type deur tot deur plus, alleenreizend vervoer en gratis vervoer tot 800 meter (AOV plus) in combinatie met een scootmobiel. Het college handhaaft het besluit in bezwaar. Daaraan ligt een advies ten grondslag. Het CIZ adviseert, gelet op de contra-indicaties voor open vervoer en vervoer in aanwezigheid van derden of met het openbaar vervoer, om AOV plus te verstrekken in combinatie met een scootmobiel. Belanghebbende kan hiermee met gesloten vervoer reizen en op de plaats van bestemming de scootmobiel (binnen) gebruiken. De combinatie van AOV plus en scootmobiel is de goedkoopst adequate oplossing en daarom komt de gesloten buitenwagen niet voor verlening in aanmerking. Belanghebbende komt in beroep.
De CRvB oordeelt als volgt. In de beleidsregels is bepaald dat om voor een gesloten buitenwagen in aanmerking te komen moet de betrokkene door medische en functionele beperkingen voor iedere verplaatsing buitenshuis zijn aangewezen op een gesloten buitenwagen. Het openbaar vervoer, collectief vervoer en/of andere verplaatsingsmiddelen (bijvoorbeeld fiets, taxi, scootmobiel) en een vervoerskostenvergoeding komen op medische gronden niet in aanmerking. Taxivervoer kan – praktisch gezien – niet als een adequate voorziening worden beschouwd en een combinatie van medische en functionele beperkingen moet tot de conclusie leiden dat er geen andere adequate oplossing voor het probleem is dan de gesloten buitenwagen. De CRvB oordeelt dat met de in het beleid geformuleerde criteria om in aanmerking te komen voor een gesloten buitenwagen en de manier waarop dit beleid in de praktijk wordt toegepast, in beginsel geen onjuiste invulling is gegeven aan de bepalingen uit de Verordening.
Tussen partijen is in geschil of de rechtbank met juistheid oordeelt dat het college de aanvraag van belanghebbende voor een gesloten buitenwagen mocht afwijzen, omdat de combinatie van het AOV plus en een scootmobiel de beperkingen van belanghebbende op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in voldoende mate compenseert.
De CRvB ziet geen aanleiding te twijfelen aan het standpunt van het college dat belanghebbende niet op grond van medische en functionele beperkingen op een gesloten buitenwagen is aangewezen en dat haar beperkingen met het AOV plus en een scootmobiel voldoende worden gecompenseerd. Tot een uur voor het gewenste tijdstip van vertrek kan zij het AOV plus bestellen, waarbij een marge voor feitelijk vertrek wordt gehanteerd van een half uur voor tot een half uur na het gewenste tijdstip. Deze voorwaarden acht de CRvB weliswaar belastend maar niet zodanig bezwarend dat het AOV plus in de concrete omstandigheden van belanghebbende niet als voldoende compensatie kan worden aangemerkt voor haar vervoersbehoefte op de korte afstand. Daarbij is van belang dat deze vervoersbehoefte voornamelijk bestaat uit het bezoeken van haar in de dezelfde wijk wonende zoon en vader en uit ziekenhuis- en winkelbezoek, welke bezoeken vooraf zijn in te plannen. Verder biedt de combinatie van het AOV plus en de scootmobiel haar de mogelijkheid om na het bereiken van haar bestemming per AOV zich per scootmobiel verder te verplaatsen. Daarnaast kan zij, afhankelijk van het weertype en haar fysieke gesteldheid, ervoor kiezen zich met de scootmobiel te verplaatsen in plaats van met het AOV.
De gemachtigde van het college bevestigt desgevraagd ter zitting dat belanghebbende in plaats van verstrekking in natura van een scootmobiel ervoor kan kiezen een PGB te ontvangen. Deze kan vervolgens worden aangewend voor de kosten van aanschaf, onderhoud en verzekering van een (tweedehands) gesloten buitenwagen.
Vrees dat gemeenten/deze gemeente de uitspraak zullen interpreteren als: collectief vervoer is altijd afdoende.