Het wetsvoorstel Wmo 2015 heeft volop belangstelling, dat zal niemand ontgaan. Berichten in diverse media en op de social media, maar ook bij bewindslieden aan belangstelling, of liever gezegd zorgen, geen gebrek. Ook wordt volop gespeculeerd over uitstel of zelfs intrekken van het wetsvoorstel. Die berichten laat ik verder onbesproken. Na morgenavond weten we waarschijnlijk meer.
Moties
Wel noem ik een paar interessante moties. De door Lid Leijten ingediende motie de Wmo 2015 in te trekken is aangehouden. De motie om de aanspraak wijkverpleging niet onder het verplicht eigen risico te brengen is aangenomen. Dat geldt ook voor de motie om de persoonlijke verzorging voor jeugdigen niet onder de Zvw te brengen. Dat is niet zo vreemd nu de Jeugdwet door de Tweede kamer is aangenomen nadat Van Rijn besloot het in de Wmo 2015 anders te regelen. Ook werd een motie aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen geen onderscheid te maken tussen de langdurige ggz en de overige langdurige zorg.
Eerste amendement
Lid Voortman bijt de spits af met het amendement dat artikel 2.6.5 lid 1 Wmo 2015 wijzigt (33 841 nr. 5). De indiener meent dat een verplichting tot overleg over de overname van personeel van de oude aanbieder bij het gunnen van een overheidsopdracht voor het leveren van een voorziening aan een nieuwe aanbieder, te vrijblijvend is. Dit amendement zorgt voor versteviging van de positie van de mensen die werkzaam zijn bij aanbieders en het verbeteren van de continuïteit van zorg voor cliënten. Dit is overigens ook een aanscherping van het huidige artikel 10a Wmo 2007.
Lezen, nog eens lezen en dan scholing verzorgen
Nadat het wetsvoorstel op 14 januari jl. openbaar werd sloeg iedereen vol verwachting aan het lezen. Wat staat er precies in de nieuwe wet? Is er veel gewijzigd ten opzichte van het concept uit augustus vorig jaar? Staat de scheiding tussen de aanvraag en de melding er nog in? Et cetera, et cetera. Ik moet zeggen het is een heel boeiend wetsvoorstel, zeker in juridische zin. Daarnaast heeft het, zoals gezegd een flinke politiek lading. Voor degene die de Wmo 2007 goed kent zal zich met regelmaat afvragen of de jurisprudentie die daaronder tot stand is gekomen nog voor de Wmo 2015 zal gelden. Althans, dat is voor mij het geval. Ik meen dat we zeker niet van alle uitspraken afscheid hoeven te nemen! Daar komt nog bij dat we lering kunnen trekken uit de jurisprudentie die onder de AWBZ tot stand is gekomen. Ook die worden dan opgenomen mijn cursusmateriaal. Overigens beoogt het wetsvoorstel juridische procedures tussen gemeenten en burgers zo veel mogelijk te voorkomen (TK 2013/14, 33 841 nr. 3, p.11).
Een beste methode?
Of er een beste beste manier is om een wetsvoorstel ’te leren kennen’ weet ik niet. Beginnen bij het begin denk ik maar. Eerst de wetsartikelen, dan de toelichting daarbij en pas daarna de Memorie van Toelichting. Daarin werden mijn vragen soms beantwoord, maar niet altijd! Een wetsvoorstel begint pas echt te leven na een paar keer lezen, aantekeningen maken, vragen formuleren (hiervan inmiddels al een heel lijstje) maar zeker ook door daar met anderen over te praten. En hoe kun je dat nou beter doen dan middels scholing? Voor mij zitten er inmiddels vier Wmo 2015-dagen op en de komende weken nog een dubbel aantal in het verschiet. Ik verheug mee daar enorm op! Verder begint nu ook het periodiek schrijven van blogs over de Wmo 2015 of daaraan gerelateerde onderwerpen. Keuze te over kan ik je zeggen! Het wetsvoorstel bevat een aantal ‘onvolkomenheden’ waarvan ik hoop dat deze door amendementen of bij Nota van Wijziging worden aangepast.
Opleiding + advies
Vanzelfsprekend wordt mijn scholingsaanbod (gaandeweg) aangepast. Zo staat in maart de Studiedag De Verordening geordend twee keer gepland. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang. De gemeenteraad is net als nu het geval is verplicht een verordening vast te stellen (art. 1.1.2 Wmo 2015). Daarin staan de regels die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het in artikel 2.1.2 bedoelde Beleidsplan en de door het college ter uitvoering daarvan te nemen besluiten of te verrichten handelingen. Verder wordt de tweedaagse cursus Het resultaat is zelfredzaamheid & participatie toegesneden op de Wmo 2015. Uit het wetsvoorstel blijkt nog meer dat de voorbereiding van het besluit een heus vak is. En dat is te leren! Het begint bij het leren denken, handelen en motiveren vanuit een structuur. Daarvoor is nu al een rapportagemodel beschikbaar. Wist je dat elke deelnemer – zonder kosten – juridische feedback op een ingestuurd rapport krijgt? Op 16 en 23 juni staat deze cursus weer gepland.
Beoordelingsvrijheid, beoordelingsruimte of beleidsvrijheid?
Heeft het gemeentebestuur bij de uitvoering van de Wmo 2015 beoordelingsvrijheid, beoordelingsruimte of beleidsvrijheid? Worden besluiten op de aanvraag om een maatwerkvoorziening vol getoetst? Deze vragen zijn niet eenvoudig te beantwoorden. Tijdens mijn scholingsaanbod komen ze aan bod. Wel staat vast dat het ondersteunen met een maatwerkvoorziening de hekkensluiter is (TK 2013/14, 33 841, nr. 3, p. 148). In welke mate het gemeentebestuur ‘vrijheid’ toekomt is van belang om te weten (of daar in ieder geval een standpunt over in te nemen) bij het opstellen van het Beleidsplan, de Verordening, het Besluit nadere regels en de beleidsregels. Laatste twee beleidsdocumenten zijn overigens niet verplicht bij wet voorgeschreven.
VWS komt gemeenten iets tegemoet
In de brief van 29 januari jl. reageren Minister Plasterk en Staatssecretaris Van Rijn op de uitslag van de VNG-ledenraadpleging. Het kabinet stelt in deze brief dat de transitie een gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk en gemeenten. Goed nieuws zou je denken, maar dat is toch niet helemaal waar. Gemeenten krijgen geen extra geld en de invoering lijkt niet te worden uitgesteld. Dit klemt omdat het wetsvoorstel nog behandeld moet worden door de Tweede én Eerste Kamer. Verder is ook het wetsvoorstel Langdurige Zorg nog niet aan de Tweede Kamer aangeboden. Over deze wetsvoorstellen maar ook de Jeugdwet wensen de Kamers alleen in onderlinge samenhang te willen stemmen. Gelet op de onderlinge samenhang en dan vooral de toename van verantwoordelijkheden voor gemeenten is dat heel logisch. Maar de tijd dringt wel nu de lokale bestuurlijke beleidsprocessen ‘enige’ tijd in beslag nemen om nog maar te zwijgen over passende hoogte van de bijbehorende budgetten en overige voorbereidingen. Volgens het wetsvoorstel moet op 1 november a.s. het Beleidsplan en de Verordening zijn vastgesteld en moeten gemeenten het onderzoeksproces als bedoeld in artikel 2.3.2 Wmo 2015 klaar hebben. Wel zorgt het kabinet dat de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders (Zvw) verplicht wordt. Thans geldt een verplichting tot overleg (art. 4.4.1 Wmo 2015).
VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma
‘Toch bestaan er nog zorgen die pas de komende maanden in de loop van het wetgevingstraject opgehelderd kunnen worden. We hebben vertrouwen in de intentie van het kabinet, maar de wet moet nog door de Kamer worden besproken. Wij zullen ons met deze zorgen ook uitdrukkelijk tot het parlement wenden’.
Morgenavond debatteert de Tweede Kamer over het standpunt van de VNG. Zie daar met belangstelling naar uit!
Afbakening persoonlijke verzorging Zvw of Wmo 2015
Tot het Besluit zorgverzekering openbaar wordt blijft de vraag open wat precies de afbakening is tussen de persoonlijke verzorging in de Zvw en de noodzakelijke ADL-verrichtingen die onder de Wmo 2015 valt. De geïnteresseerde lezer wijs ik ook op mijn blog hierover. Daarin schreef ik onder meer over de vraag die deze afbakening oproept. Geeft het wetsvoorstel Wmo 2015 daar antwoord op? Daarover kan ik kort zijn, nee. Sterker nog ik meen dat het juist meer vragen oproept. Hieronder een aantal citaten uit de Memorie van Toelichting.
MvT p. 26
“Soms bestaat (ook) behoefte aan aanvullende ondersteuning bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals een aansporing om onder de douche te gaan. Onder de AWBZ is deze laatste vorm van ondersteuning onderdeel van de functie persoonlijke verzorging. Na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel valt deze ondersteuning, die niet ingegeven door een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop, onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.”
MvT p. 78
“Wat persoonlijke verzorging betreft, zij opgemerkt dat verzorging die wordt geleverd aan cliënten met lichamelijke aandoeningen bij wie in de regel sprake is van medische problematiek, met ingang van 2015 wordt geleverd op grond van de nieuwe aanspraak wijkverpleging ingevolge de zorgverzekering. Dit geldt ook voor de verzorging voor mensen met dementie. Eerder is daar in deze toelichting al op ingegaan. Ondersteuning bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen die is gericht op behoud of verbeteren van zelfredzaamheid, behoort tot maatschappelijke ondersteuning waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn.”
MvT p. 148
“Voor de zelfredzaamheid van mensen zijn de volgende algemene dagelijkse levensverrichtingen van belang: in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en weer opstaan, lichamelijke hygiëne, toiletbezoek, eten/drinken, medicijnen innemen, ontspanning, sociaal contact.”
Aansporen met de handen op rug?
Ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken dat er voor gemeenten meer aan ‘persoonlijke verzorging’ verstrekt moet gaan worden dan alleen het aansporen tot (…) met de handen op de rug. Past dat wel binnen de 5% van het budget dat overkomt? Interessant is de vraag in hoeverre ADL-hulp onder de gebruikelijke hulp valt of van het sociale netwerk kan worden gevergd. Dat zal het college moeten onderzoeken ná de melding (art. 2.3.2 lid 2 onder b en c Wmo 2015). Wordt door de client een aanvraag ingediend, dan maakt het onderdeel uit van de motivering van het besluit (art. 2.3.5 lid 3 Wmo 2015).
Pingback: De Kamer in debat over de Wmo 2015 | Uitvoering Wmo 2015
Pingback: Hoorzitting over Wmo 2015 | Uitvoering Wmo 2015
Pingback: Overgangsrecht AWBZ, de kostprijs, de eigen bijdrage en melding en aanvraag | Uitvoering Wmo 2015
Pingback: Derde amendement Wmo 2015 ingediend: bestuurlijke afspraken cliëntondersteuning | Uitvoering Wmo 2015