Er zijn op 26 en 27 februari een aantal amendementen ingediend. In dit blog noem ik er vast twee.
Amendement 33 841 nr. 19
Met dit amendement stelt Lid Keijzer voor om in artikel 2.1.1. Wmo 2015 een lid in te voegen waarin het gemeentebestuur de opdracht krijgt om voorzieningen te treffen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
Toelichting
De huidige Wmo kent het compensatiebeginsel. De conceptwet Wmo 2015 kent dit niet en is volgens de Memorie van Toelichting een wet met als bedoeling “geen voorziening te treffen, tenzij”. De indiener hecht aan het compensatiebeginsel vanwege de duidelijkheid die dat geeft wat van de gemeente verlangt wordt en omdat deze tegenover de plichten van burgers ook rechten stelt.
Amendement 33 841 nr. 17
Met dit amendement stelt Lid Keijzer voor om artikel 2.3.6 lid 2 onderdeel b Wmo 2015 te laten vervallen.
Toelichting
De indiener hecht vanwege de keuzevrijheid van de burger aan een gelijkwaardige positie van het persoonsgebonden budget naast de voorziening in natura. De conceptwet Wmo 2015 kent in artikel 2.3.6, tweede lid, onder b, een toetsgrond waardoor cliënt zich gemotiveerd op het standpunt dient te stellen dat de maatwerkvoorziening die wordt geleverd door een aanbieder, door hem niet passend wordt geacht. Dit is ter beoordeling aan de gemeente. Met het schrappen van artikel 2.3.6, tweede lid, onder b, wordt duidelijk dat een PGB een gelijkwaardig alternatief is.
Pingback: Overige amendementen | Uitvoering Wmo 2015
Pingback: Best gelezen en series – Uitvoering Wmo 2015