Op 14 en 17 maart zijn weer twee amendementen ingediend. Ondertussen wordt ik heel benieuwd wanneer de parlementaire behandeling start. In een eerder blog gaf ik al aan dat als de regering de vragen uit het Verslag afdoende beantwoord, dan is het wetsvoorstel voldoende voorbereid. Overigens heb je de ruim 200 pagina’s tellende reactie van de regering niet zo maar even gelezen (TK 33 841 nr. 34). Op deze Nota naar aanleiding van het Verslag kwam nog een vervolg. Daarin staat nog een resterend aantal antwoorden op vragen. De laatste alinea luidt:
“De regering realiseert zich dat nog veel werk moet worden verzet. Gelet op het bovenstaande acht de regering een zorgvuldige en verantwoorde decentralisatie van ondersteuning met ingang van 1 januari 2015 wenselijk en mogelijk.”
Amendement 33 841 nr. 41
De leden Van der Staaij, Bergkamp en Dik-Faber stellen voor om in de wet te bepalen dat niet alleen het college algemene maatregelen en algemene voorzieningen moet treffen. Dat kan ook door anderen gebeuren bijvoorbeeld in co-financiering. Het is aan het college dergelijke initiatieven te bevorderen (wijzigingen artt. 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.3 Wmo 2015).
Toelichting
Dit amendement maakt duidelijk dat niet alleen de gemeente hoeft te zorgen voor algemene maatregelen en algemene voorzieningen, maar ook anderen daarin een taak kunnen hebben. Hiermee wordt recht gedaan aan de talrijke private initiatieven die er nu al zijn van bijvoorbeeld vrijwilligers, kerken, bedrijven, maatschappelijke organisaties, woningcorporaties, welzijnsstichtingen en belangenorganisaties. Gemeenten krijgen met dit amendement een stimulans om actief met partijen in de samenleving in gesprek te gaan over de manier waarop zij kunnen bijdragen aan de zorg voor elkaar. Met de term ‘bevorderen’ wordt duidelijk dat gemeenten initiatieven ook een steun in de rug kunnen geven, bijvoorbeeld door middel van cofinanciering.
Amendement 33 841 nr. 42
De leden Siderius en Van Gerven stellen met het amendement voor een recht op zorg en voorzieningen op te nemen en zo de willekeur en de grote verschillen in zorg- en voorzieningenniveau tussen gemeenten te beperken (wijziging art. 2.3.1 Wmo 2015).
Toelichting
Dit amendement geeft mensen een recht op zorg en een recht op individuele voorzieningen, zoals huishoudelijke verzorging, begeleiding, dagbesteding, woonvoorzieningen, rolstoelen, vervoersvoorzieningen of een parkeerkaart voor mensen met een beperking. De indieners beogen met dit amendement de willekeur en de grote verschillen in zorg- en voorzieningenniveau tussen gemeenten te beperken. Bovendien ontstaat er rechtsgelijkheid en rechtszekerheid, worden klachten- en bezwaarprocedures vergemakkelijkt en wordt juridisering voorkomen. Met dit recht op zorg kunnen mensen met een beperking in heel Nederland meedoen en worden ze niet gehinderd door lokale obstakels.