Personen met een zintuiglijke beperking

In de voorbereidingen naar de Wmo 2015 was het de vraag of gemeenten voor personen met een hele specifieke ondersteuningsbehoefte (begeleiding) maatwerkvoorzieningen moesten inkopen. En zo ja, kunnen de meeste aanbieders deze wel bieden. Het gaat om personen met een zintuiglijke beperking.

Personen met een zintuiglijke beperking
Bron VNG 27 augustus 2014
Bij de ondersteuning aan mensen met een zintuiglijke beperking, waaronder de doventolk in de leefsituatie, gaat het om specifieke ondersteuning. Het gaat om ondersteuning waarvoor geldt dat er een gering aantal cliënten gebruik van maakt, er een beperkt aantal aanbieders voor is en de inhoud van het aanbod zeer specialistisch is. Daarom heeft de VNG in afstemming met het ministerie van VWS landelijke inkoopafspraken voor de specialistische ondersteuning van mensen met een zintuiglijke beperking tot stand gebracht.

Het resultaat van de landelijk inkoopafspraken kent de vorm van een ‘raamovereenkomst’ tussen gemeenten en aanbieders van specialistische begeleiding, voor mensen met een zintuiglijke beperking. De raamovereenkomst gaat over de inhoud van de ondersteuning en de afgesproken werkwijze tussen de gemeenten en aanbieders. Binnen de kaders van deze raamovereenkomst kunnen individuele regionale samenwerkingsverbanden of individuele gemeenten de ondersteuning ‘afroepen’ overeenkomstig de in de overeenkomst gestelde voorwaarden. De VNG zal voor dit doel een landelijk ‘coördinatiebureau’ opzetten.

Landelijke inkoopafspraken specialistische begeleiding
In augustus 2014 is de landelijke overeenkomst vastgesteld over het bieden van specialistische begeleiding aan cliënten met een zintuigelijke handicap. Dit betekent dat het college moet beoordelen of de beperkingen van de betreffende cliënt onder deze landelijke afspraken valt. En zo ja, dan heeft het college geen ‘aparte’ ondersteuningsplicht. Voor de doelgroep is een (landelijk) programma van eisen vastgesteld. Het gaat om:

  • Specialistische begeleiding doofblinde volwassen
  • Specialistische begeleiding visueel volwassenen
  • Specialistische begeleiding vroegdove volwassen

Doventolk
Opgemerkt wordt wel dat het college gehouden kan zijn om een maatwerkvoorziening te verlenen aan de cliënt voor zover deze niet zijn opgenomen in de landelijke inkoop én de cliënt vanwege de mate van zelfredzaamheid is aangewezen op deze specialistische vorm van maatschappelijke ondersteuning. Denk aan een doventolk bij het voeren van een gesprek in de normale leefsituatie. Bijvoorbeeld aan een bezoek aan huisarts of specialist, een notaris, de kerk, een conferentie of een ouderavond op school.

Landelijke regeling voor doventolk ‘Wmo 2015’
In de voorbereiding op decentralisatie is er heel nadrukkelijk aandacht voor specifiek kwetsbare groepen cliënten. Groepen die in de transitie extra aandacht behoeven, omdat ze bijvoorbeeld klein in omvang zijn, atypisch over het land zijn verspreid of heel specialistische ondersteuning nodig hebben. Gemeenten zullen voor deze cliënten ondersteund worden op thema’s in de uitvoering als toegang, opdrachtgeverschap en signalering. Zo zal bijvoorbeeld uitwerking worden gegeven aan landelijke (inkoop)afspraken voor de ondersteuning aan zintuiglijk beperkten en voor de inzet van doventolken in de leefsfeer. Dit sluit aan bij het project «Coördinatie landelijke (inkoop)afspraken specialistische jeugdzorg» binnen het jeugdkader. Via een landelijk coördinatiebureau worden gemeenten ondersteund bij de inkoop van deze specialistische zorg met een beperkt aantal landelijke aanbieders (TK 2013/14, 33 841, nr. 3, p. 90 MvT).

Huidige regeling
De toekenning van het aantal uren doventolkzorg geschiedt thans per kalenderjaar. Om daarvoor in aanmerking te komen moet de verzekerde een verklaring van een arts overleggen waaruit blijkt dat hij op die zorg is aangewezen. Per kalenderjaar wordt ook bezien of er aanleiding is met toepassing van de hardheidsclausule (artikel 4 lid 2 Regeling zorgaanspraken AWBZ) meer uren toe te kennen dan in de Regeling als basis is vastgesteld (maximaal 30 uur voor een doof persoon c.q. maximaal 168 uur voor een doofblind persoon). Voor doventolkzorg worden geen indicatiebesluiten door het CIZ genomen. Gedurende het overgangsrecht behouden de ontvangers van deze zorg de rechten en plichten die aansluit bij de wijze van toekennen (TK 2013/14, 33 841, nr. 3, p. 200 MvT).

Bron: VNG 25 maart 2014
De VNG deed in afstemming met het ministerie van VWS een verkenning om te bepalen of er landelijke afspraken mogelijk zijn voor de specialistische ondersteuning ‘doventolk in de leefsituatie’. En zo ja, welke. Naar aanleiding van de verkenning heeft de VNG-commissie Gezondheid & Welzijn besloten:

  • Een landelijke regeling voor de doventolk namens alle gemeenten onder te brengen bij de VNG (landelijke coördinatie).
  • Een landelijke toegang te organiseren voor de doventolk in de Wmo 2015 vergelijkbaar met de huidige situatie.
  • Aan de ALV van de VNG (juni 2014) voor te stellen een bedrag van € 7 miljoen van het sociaal deelfonds1 af te zonderen voor het uitvoeren van de landelijke regeling.

Uitwerking
De VNG is in afstemming met VWS bezig met de verdere uitwerking. We streven ernaar zo veel mogelijk aan te sluiten bij de manier waarop de doventolk in de leefsituatie op dit moment wordt uitgevoerd. In afstemming met het ministerie van SZW verkennen we het eventuele samenvoegen met de doventolk in de werksituatie (waar gemeenten op basis van de Participatiewet verantwoordelijk voor worden).

Tolk gebarentaal werkdomein Participatiewet2
De VNG heeft aangegeven de tolk gebarentaal voor het werk in het kader van de Participatiewet ook landelijk te kunnen en willen (laten) uitvoeren. De leden van de VNG hebben op de algemene ledenvergadering van 18 juni jongstleden hiermee ingestemd. Het feit dat het hier gaat om een beperkte gebruikersgroep heeft hierbij meegewogen. Ook sluit deze keuze aan bij de wensen van organisaties voor doven en slechthorenden. Organisaties voor doven, slechthorenden en tolken gebarentaal worden betrokken bij de verdere uitwerking.

De doventolkvoorziening voor mensen die werkzaam zijn in de Sociale werkvoorziening is op dit moment onderdeel van de financiering voor de Wsw en wordt geregeld door de gemeente of het sw-bedrijf. De leden van de VNG zijn erover geïnformeerd dat de VNG met Cedris zal onderzoeken hoe deze voorziening nu wordt ingezet en ervaren. Daarbij wordt bezien of het op termijn ook wenselijk is om hiervoor aan te sluiten bij de centrale inkoop die de VNG nu uitwerkt.

Met de invoering van de Participatiewet zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van voorzieningen voor mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat hierbij om hulpmiddelen die niet standaard beschikbaar zijn binnen een bedrijf (de zogenoemde meeneembare voorzieningen), bijvoorbeeld orthopedische werkschoenen, specifieke bureau- en werkstoelen, of brailleapparatuur.

Omdat het ook hier gaat om een klein aantal gebruikers en veelal zeer specifieke producten, hebben de leden van de VNG eveneens besloten om deze voorzieningen landelijk te coördineren.

©Ingeborg Lunenburg opleiding + advies


  1. thans integratieuitkering 

  2. TK 2013/14, 33 161, nr. 191 brief aan Tweede Kamer 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*